Inge fietst naar haar werk. Op het volgende moment wordt ze wakker in een ziekenhuis. Ze heeft geen idee waar ze is of wat er gebeurd is. Ze kan al haar ledematen bewegen, maar als ze haar hoofd wil bewegen tolt haar omgeving om haar heen. Ze ziet niet scherp, heeft hoofdpijn en wordt helemaal gek van alle geluiden die ze om zich heen hoort. Die man die aan haar bed zit (Gijs, haar man) herkent ze niet.
Ook Ronald wordt wakker in het ziekenhuis. Hij beseft al snel waar hij is, maar hoe kan dat nou? Hij was toch aan het voetballen? Zijn vrouw vertelt hem wat er gebeurd is: een hartstilstand waarbij hij gereanimeerd moest worden. Gelukkig heeft hij het dankzij snel optreden van de verzorger overleefd! Met behulp van medicatie kan hij al snel weer naar huis. Dat was wel even spannend. Hij is nog snel vermoeid en krijgt hartrevalidatie.
Stel het je maar eens voor, van de ene op de andere dag gebeurt er iets en kun je niet meer werken of studeren, niet meer uit met je vrienden, of je kunt je rol in je gezin niet meer oppakken. Dit zijn maar een paar voorbeelden van hoe het leven verandert wanneer je te maken krijgt met niet aangeboren hersenletsel (NAH). In Nederland leven naar schatting ruim 600.000 mensen met NAH. Elk jaar lopen 20.000 mensen NAH op, bijvoorbeeld door een (fiets)ongeluk, een beroerte of een onbehandelde hersenschudding.
Inge is voor de buitenwereld al snel weer opgeknapt. Gelukkig herkende ze na enkele dagen Gijs weer en ook de meeste andere herinneringen kwamen weer terug. Behalve die van het ongeluk. Maar wat bleef is een enorme prikkelgevoeligheid. Zo is ‘even een supermarkt in’ een ramp, ze krijgt geen overzicht over wat waar staat, alle visuele prikkels komen op haar af. Het bijwonen van een feestje is één grote bezoeking, al die stemmen die tegelijkertijd klinken, waar moet ze naar luisteren? Vermoeidheid kan haar van het ene moment op het andere moment overvallen. Dat betekent dat ze bij activiteiten misschien ineens weg moet lopen omdat ze het niet meer volhoudt. Bovendien moet ze echt vier keer per dag slapen om de hele dag iets te kunnen. Ze kan ook geen rekening meer houden met meerdere dingen tegelijkertijd. Zo kan ze niet meer echt koken. Praten en wandelen tegelijk is lastig. Werken lukt al helemaal niet meer. Alles moet altijd zorgvuldig gepland worden, zelfs nu nog, jaren later.
Ronald heeft al snel zijn oude leven weer opgepakt. Hij is weer aan het werk in zijn oude functie als werkvoorbereider bij een productiebedrijf. Na twee jaar wordt er echter aan de bel getrokken omdat men hem veranderd vindt. Hij zondert zich wat meer af, praat niet meer zoveel in pauzes met anderen, maakt fouten. Zelf vindt hij dat hij een slecht geheugen heeft. Hij vraagt zich zelfs af of hij niet dement aan het worden is en maakt zich zorgen. Er vindt arbeidskundig onderzoek plaats, waarbij de link gelegd wordt naar zijn reanimatie. Ronald blijkt zelfs een heel goed geheugen te hebben. Maar wat hem niet meer lukt is het combineren van verschillende dingen. Hij overziet niet meer wie wat wanneer moet doen om een product op tijd klaar te hebben. Gelukkig heeft hij een goede werkgever die zijn functie aanpast!
Mensen met NAH komen vaak in een diep dal terecht, omdat onduidelijk is hoe de rest van hun leven eruit zal zien. Zij vragen zich af hoe zij hun leven weer zinvol kunnen inrichten en hoe zij met de gevolgen van hun letsel om kunnen gaan. Soms weten zij zelf niet wat er eigenlijk aan de hand is. Ze ervaren altijd onzichtbare gevolgen, die in de buitenwereld tot onbegrip leiden, zoals plotselinge vermoeidheid, prikkelgevoeligheid, concentratie- en planningsproblemen om er maar een paar te noemen. Ook op het leven van naasten is de impact groot. Het leven samen verandert ingrijpend, voor beiden of voor het hele gezin.
Als iemand hersenletsel heeft gehad kun je er niet van uitgaan dat het ‘over’ gaat. Mensen leren min of meer omgaan met de veranderingen. Maar ook al zie je aan de buitenkant niets, het blijft een voortdurende worsteling om zo ‘normaal’ mogelijk te kunnen functioneren, om verschillende activiteiten te kunnen doen. Naar een feestje gaan kan misschien wel, maar veelal zal het ‘even’ zijn en gaat het ten koste van nachtrust of van andere activiteiten. Mensen met NAH moeten voortdurend keuzes maken en reken maar dat als ze iets wél doen het ook ten koste gaat van dingen die ze niet kunnen doen…